'Body dysmorphia', wat is dat?

Mensen die last hebben van sterke negatieve gedachten over hun uiterlijk kunnen soms body dysmorphia hebben, ook wel morfodysforie of Body Dysmorphic Disorder (BDD) genoemd. Je vind jezelf of een bepaald onderdeel van je lichaam niet mooi, en deze 'onvolkomenheid' is vaak ingebeeld of sterk overdreven.

Wat is body dysmorphia?

Bij deze psychische stoornis ben je geobsedeerd door je uiterlijk. Het kan daarbij gaan om een onvolkmaakte neus, de kleur van de huid, beharing, willen afvallen of je kapsel, bijvoorbeeld. Je ervaart deze gedachten als niet beheersbaar en vaak als vervelend. Daarnaast beïnvloeden deze gedachten een groot deel van het dagelijks functioneren. Bij body dysmorphia is er sprake van een verstoorde lichaamsbeleving. Het heeft kenmerken van een sociale fobie en een dwangstoornis. Het is officieel gezien geen angststoornis, maar een somatoforme stoornis, wat betekent dat iemand lichamelijke klachten ervaart waarvoor (nog) geen lichamelijke ziekte gevonden is.

Symptomen

Als je lijdt aan body dysmorphia heb je vaak last van (een aantal van) onderstaande symptomen:

• Je bent steeds bezig met de overtuiging dat er iets mis is met een bepaald deel van jouw lichaam, zonder dat daar een reden voor is
• Je bent altijd bang dat anderen je zullen afwijzen door de bewuste lichaamskenmerken
• Je bent obsessief en hebt dwanggedachten
• Je bent overtuigd van de lelijkheid van (een deel van) jouw lichaam
• Je bent angstig in sociale situaties of je vermijdt ze/
• Je lijdt aan de bovengenoemde symptomen waardoor je minder onderneemt, sociale activiteiten minder uitvoert, somber kan worden, veel tijd besteedt aan het uiterlijk of daar cosmetische operaties (plastische chirurgie) voor zoekt

Behandelingen

Body dysmorphia wordt bij het programma angststoornissen behandeld. Het type behandeling is afhankelijk van de symptomen, waarbij je geleidelijk wordt geconfronteerd met jouw lichaamsbeeld en het bespreekbaar maken hiervan. behandelingen kunnen bestaan uit ademhalingstechnieken, het leren relativeren van rampgedachten, voorlichtingsbijeenkomsten, leren en lezen over de aandoening en gedragstherapie.