Ken je dat gevoel dat sommige kleuren je laten stralen, terwijl andere je flets of vermoeid maken? Dat heeft alles te maken met jouw huid-, haar- en ondertoon. Met deze mini-gids ontdek je welke kleuren het beste bij jou passen, zodat je voortaan makkelijker kleding en make-up kiest die je echt laten shinen.
Je ondertoon is de natuurlijke kleur onder je huidoppervlak. Deze verandert niet, ook niet als je bruiner wordt. Er zijn grofweg drie ondertonen:
Een andere tip: staan zilveren sieraden je beter? Dan ben je waarschijnlijk een koel type. Staat goud je beter? Dan ben je een warm type.
Ook je haarkleur speelt een rol:
1. Voor koele types (lichte huid, roze ondertoon, asblond of donker haar met koele gloed):
Vermijden: Geel, oranje en warme bruintinten.
2. Voor warme types (gouden of perzikkleurige ondertoon, donkerblond, rood of warmbruin haar):
Vermijden: Koel blauw, fuchsia of grijsblauw.
3. Voor neutrale types (niet heel roze, niet heel geel, huid met balans):
Vermijden: Hele felle, harde neonkleuren (ze kunnen snel ‘too much’ zijn bij jou).
Trek eens twee shirts aan: één in een warme tint (zoals oranje) en één in een koele tint (zoals blauw). Kijk in daglicht welke je huid frisser en egaler maakt. Voelt je gezicht levendiger bij een bepaalde kleur? Dan weet je welke richting bij je past.
Jouw perfecte kleur hangt dus vooral af van je ondertoon en je haarkleur. Koel? Ga voor blauw- en grijstinten. Warm? Kies aardse, gouden en oranje tinten. Neutraal? Blijf bij zachte, uitgebalanceerde kleuren.
Lees ook: Dé 7 modetrends van 2025 die je straks overal ziet (en zo draag je ze zelf)