Fashion

Hakken & Suus

Speciaal voor deze column telde ik mijn hakken. Resultaat: een ietwat overdreven zestig paar. Ik zou echter niet anders willen, want hakken zijn altijd goed. Of het nou stoere laarzen zijn of schattige pumps, ze geven net die extra touch. Waarom zou er anders zo weinig plat schoeisel te vinden zijn op de catwalk?

Aangezien ik nu al velen bij voorbaat de pleisters klaar zie leggen… écht waar: oefening baart kunst. Een klasgenootje van me wilde haar nieuwe, gehakte laarzen na een dag al aan de wilgen hangen, maar tegenwoordig zie ik haar nergens anders meer op. Ook ik heb een keer op hakken moeten lopen die me toch best de stuipen op het lijf joegen. Het was voor een klein showtje, en ik kreeg het advies om backstage op en neer te blijven lopen tot het moment suprême. Zo liep ik uiteindelijk inderdaad op alsof ik nooit anders gedaan had. Ja, ik ben een fervent voorstander voor hakken en heb er dan ook een speciale band mee…

Ik was zo’n meisje dat niet veel later op hakken liep dan ze überhaupt kon lopen. Mijn prinsessenmuiltjes –van het goedkoopste plasticsoort- waren een schot in de roos. Deze werden een paar jaar later verruild voor de ongeveer tien maten te grote bescheiden hakjes van mijn moeder waarmee ik stiekem tot veel te late leeftijd voor de spiegel stond te zingen en dansen.

Het zat er dus al vroeg in: die sensatie die door mijn lijf gierde op het moment dat ik hakken aantrok. Op hakken voelde ik me vrouwelijk, stoer, groot.

Gewoon onschuldig kinderspel natuurlijk, dacht papa. Een vriendin van de familie trok dat toen al in twijfel: ‘mijn dochter heeft dat nooit zo gehad hoor, dat ding met die hakken…’. Zij vermoedde waarschijnlijk wat ik al wist: ik werd de nieuwe Victoria Beckham.

Het verhaal gaat verder toen ik een jaar of tien was. In één of andere goedkope winkel was ik laarzen tegen het lijf gelopen met voor die tijd een enorm hippe sleehak. Zo’n wiebelhak onder die nog onvolgroeide voetjes ging er bij papa natuurlijk echt niet in. Teleurgesteld dat ik was!

Toch: de aanhouder wint, en dus liep ik op mijn elfde gewoon met hakken in de brugklas. En ja, er waren mensen die zich hier zorgen over maakten. ‘Wat moet dat worden met dat kind’, las ik vooral in de ogen van andere moeders. Bewondering was en is er echter ook nog steeds: ‘hoe houd je al dat gedrippel toch de hele dag vol?’ Tja, jong gedaan…

Ja, hate it or love it, maar laat ik hierbij in ieder geval voor eens en voor altijd uit de wereld geholpen hebben: van hakken krijg ik nooit, maar dan ook nóóit genoeg. Dus, Beste Sinterklaas… 61, 62… (Suus)

Lees hier alle blogs van Suus!

Deel dit artikel
Back to top