Amsterdam - In de tentoonstelling Be-a-queen is te zien wat het betekent om je koningin te voelen, met een prikkelende mix van kunst, mode, film en fotografie. De met goudluster bedekte sieraden van Laura Braspenning waren de inspiratiebron voor deze expositie. Een sieraad waarmee je van Assepoester verandert in een prinses. We zijn allemaal wannabees, maar waarom eigenlijk? Vroeger was het koningschap erfelijk en dus voor de gewone man of vrouw onbereikbaar.
Nu is het koningshuis van zijn voetstuk afgedaald. De koningin maakt spruitjes schoon in de Barend Servetshow van 1972. Destijds een rel, nu niet meer. De standenmaatschappij verdween. Je behangen met goud was een taboe, dat doorklinkt in de sieraden van Dini Besems, Tjepkema en Ted Noten. De laatst genoemde ontwerper ontwierp een ‘diadeem voor Maxima’, gezaagd uit een brommerhelm. Lekker praktisch! De koningin draagt geen kroon meer maar een hoed. En op de gouden schoenen van Jan Jansen verhef je je letterlijk en voel je je als Assepoester op het bal. Inmiddels is er een cultuuromslag en schaamt men zich niet meer zijn rijkdom te tonen (bling bling is op zijn top!). Er is weer behoefte aan idolen waar men tegenop kan kijken, zo blijkt uit het tv-programma Blauw Bloed, waar ‘gewone Nederlanders’ vertellen over hun ‘Oranjemoment’. Er is een verlangen naar pure schoonheid, zie de met gouden geglazuurde porseleinen schalen van Claire Verkoyen, of de sprankelende kroonluchter van Bernard Heesen. De expositie Be-a-queen toont ontwerpen van onder andere Marcel Wanders, Frank Tjepkema, Henk Visch, Ted Noten, Jan Jansen, House of Orange, Wim T. Schippers, Uli Rapp, Miriam Nuyer, LAM de Wolf en Marjolein Vonk. Van 2 tot 14 mei dagelijks (maandag gesloten) te bekijken van 13.00 tot 18.00 uur in taotNthea aan de Herengracht 498 in Amsterdam.
Deel dit artikel
